Psalms 80


Maar toen werd God heel boos op hen
en richtte een ware slachting aan
onder de jonge mannen van het volk.

1 Maar zij leerden hier niets van.
Zij gingen door met zondigen
en vertrouwden niet op God,
wiens wonderen zij hadden gezien.
2Toen bracht Hij dood en verderf onder hen.

3 Pas wanneer Hij hen doodde,
gingen zij weer naar Hem vragen.
Dan zochten zij hun God en bekeerden zich.

4 Dan dachten zij er pas weer aan
dat God hun rots was
en dat God, de Allerhoogste, hen bevrijdde.
5Maar zij logen en bedrogen Hem met wat zij zeiden.

6 Zij bleven niet bij Hem
en waren Gods verbond alweer ontrouw.

7 Maar de barmhartige God
vergaf hun zonden en vernietigde hen niet.
Vele malen nam Hij zijn woede van hen weg
en vergold hun zonden niet.

8 Hij dacht eraan dat zij maar mensen waren,
vluchtige ademtochten die niet meer terugkomen.

9 Wat waren zij in de woestijn
vaak opstandig tegen Hem
en beledigden zij Hem daar.

10 Steeds weer daagden zij God uit
en deden zij de Heilige God van Israƫl verdriet.

11 Zij herinnerden zich zijn macht niet,
hoe Hij hen eens bevrijd had.

12 Hoe Hij in Egypte, in de stad Soan,
zijn wonderen en tekenen had gedaan.

13 Hij veranderde het water van de Nijl in bloed,
hetzelfde deed Hij met de zijrivieren,
zodat niemand kon drinken.

14 Hij stuurde steekvliegen
die hun het leven onmogelijk maakten
en kikkers die overal zaten.

15 Alle gewassen op de akkers
werden kaalgevreten door ongedierte
en daarna kwamen er nog sprinkhanen.

16 De hagel vernielde de druivenoogst
en de ijzel bevroor de moerbeibomen.

17 Ook het vee stierf door de hagel
en de kudden door de bliksem.

18 Hij liet over heel Egypte zijn brandende toorn neerkomen,
zijn boosheid en angstaanjagende woede.

19 Zo ging zijn toorn over heel Egypte.
Hij beschermde hen niet tegen de dood,
maar gaf hen prijs aan de pest.
Copyright information for NldHTB